Shona Kunst
De Shona-kunst, genoemd naar de gelijknamige stam, ontstond in de jaren 50 in Zimbabwe, onder aanmoediging van Frank McEwen (eerste directeur van de National Gallery in Harare) en Tom Blomefield (Tabaksplanter, die zijn bedrijf omschakelde naar een beeldhouwers-commune "Tengenenge").
Het is geen typische Afrikaanse kunst, zoals wij die kennen in Europa. De beeldhouwwerken zijn niet primitief, maar ze zijn gemaakt vanuit symbolische waarden, het geloof, het spirituele en sociale waarden. Wat wel Afrikaans is, is het vitalisme, de vertekening van de lichamelijk proporties, het monumentale en het gebruik van een natuurlijk materiaal, zijnde steen.
De beeldhouwers gaan initatief te werk; zij schetsen niet op voorhand wat zij willen verwezenlijken. Bij het bekijken van de vorm van de steen, ontstaat er in hun hoofd een idee over hetgene zij willen bereiken. De steen wordt dus rechtstreeks bewerkt.
Hierbij gebruikt hij een slaghamer, waarmee hij de grove vormen uithakt. Met verschillende beitels wordt de vorm dan verfijnd. Voor de afwerking wordt schuurpapier gebruikt; uiteindelijk wordt het beeld met een stuk schuurpapier met de fijnste korrel nat gepolijst.
Voor de afwerking wordt het beeld verhit op een open vuur en worden er verschillende lagen natuurwas aan gebracht, zodat de echte kleur van de steen beter tot zijn recht komt.